Elektrische fietsen zijn uitgerust met een elektromotor die je trapondersteuning biedt. Trapondersteuning wil zeggen dat de motor aanslaat wanneer je gaat trappen. Hoe kan die elektromotor nu weten wanneer hij moet starten? Daarvoor is je e-bike uitgerust met een sensor. Deze sensor geeft een bericht aan de boordcomputer die op zijn beurt de elektromotor in gang zet.
We hebben in de praktijk twee soorten van sensoren. De rotatiesensor en de krachtsensor. Ze detecteren allebei dat de fiets in beweging komt en geven opdracht aan de motor om aan te slaan. Toch zijn er nogal wat verschillen. Ze meten en werken op een andere manier en dat zorgt voor een andere rijervaring.
Het comfort van een elektrische fiets hangt zeker niet alleen af van het type sensor dat wordt gebruikt. Zo speelt het koppel van de motor van de e-bike minstens een even belangrijke rol. Toch is het zeker interessant op het onderscheid te kennen tussen beide systemen.
Rotatiesensor
- Met een rotatiesensor stel je voor af op het display in hoe snel je wilt rijden. Wanneer je dan gaat trappen geeft de boordcomputer opdracht aan de elektromotor om kracht bij te geven tot je op de gewenste snelheid bent. Je kan daarbij meestal 3 gewenste snelheden ingeven.
- Het duurt altijd even vooraleer de elektromotor aanslaat. Dit voelt minder natuurlijk aan dan rijden met een krachtsensor.
- Een rotatiesensor is goedkoper dan een krachtsensor. Vandaar dat we dit systeem sneller zullen aantreffen bij elektrische fietsen met een meer democratisch prijskaartje.
- Kwalitatief is een rotatiesensor zeker niet slecht. Het is een betrouwbaar systeem met een lange levensduur
Krachtsensor
- De krachtsensor werkt op een ander principe dan de rotatiesensor. De krachtsensor meet hoeveel kracht de fietser op de pedalen zet. De elektromotor voegt daar dan extra ondersteuning aan toe.
- Je stelt vooraf op het display in hoeveel ondersteuning je wenst.
- Veel fietsen zijn uitgerust met drie ondersteuningsniveaus maar dat kunnen er zeker ook meer zijn
- Rijden met dit soort sensor voelt zeer natuurlijk aan. Op het moment dat je gaat trappen slaat de motor meteen aan. Je krijg meteen extra kracht. Het lijkt alsof je gewoon fietst maar met meer power in je benen of met een aangename rugwind.
- In de praktijk kan de elektromotor van de fiets zich op drie plaatsen bevinden. Dat kan op de voor- of achteras zijn of in het midden aan de trapas. In het laatste geval spreken we van een middenmotor. Een middenmotor is heel vaak uitgerust met een krachtsensor.
- Dit systeem is duurder dan een rotatiesensor. We zien het dan ook vooral op fietsen in de middenklasse en in het hogere prijsgamma.
